Selecteer een pagina

Onweersbui

Heb je de zee gekust en de wind omarmt, heeft het zand je overal gevonden? Heb je de onweersgeur gesnoven en met de regen gedanst, heeft je tong het zilt geproefd? Heb je gebaad in het oranje licht en ben je verliefd geworden, hebben de golven je terug...

Tevoorschijn

Weet Jij nog, toen ik niet anders kon dan mij voorover laten vallen in de schuimkoppige zee? Jij tevoorschijn kwam – voor mijn voeten aanspoelde als een boodschap in een fles, met resten van zeker weten door generaties vastgehouden – en mijn ziel opende....

Ochtendgeluk

Geur van gedroogde appeltjes kruipt door de kieren van de kamer zonder plafond – hoog boven, het donker van het dak -. De zon is al een poosje binnen en raakt de rand van de handdoek uit Valkenburg – oranje-wit, Drie-Landenpunt – Naast me de houten wand met...

Toch maar leven

Er doolt een eenzaam dier in mij rond, dat groeit en zwaarder wordt. Hij voedt zich met de kleuren die ik net nog zag, de geuren van gisteren, klaterende kinderstemmen, die ik nu niet meer verdragen kan en dieper daalt in mij af, het licht. Wees Jij mijn wal, keer dit...

Zomer

Dwarrelende gedachten die nergens blijven hangen, zich weigeren te sturen naar moeten en werk. Dwarrelende gedachten – zon, ijsje, lachen -, ze spatten als fris water op mijn verbrande gezicht Dwarrelende gedachten die niets hoeven, die waaien als vliegers in de...