Selecteer een pagina

*gedicht

Mist troost

Geef mij maar mist, van die dikke, om in te verdwijnen en niets meer te zien van de wereld om me heen. Geef mij maar mist, van die zachte, die heel voorzichtig nauwelijks aanraakt. Geef mij maar mist, van die stille, om geruisloos te ontkomen naar de vaste wal. Geef...

Lees meer
In mijn klein hoekje

In mijn klein hoekje

Kom Je even in mijn hoekje zitten? Hier ben ik, aan mijn buro, tussen de aantekeningen kopietjes, boeken en pennen? Hier is mijn plek in de stilte, en laat ik Je toe. Voel Jij het ook, dat het zo benauwd is in mij, dat het kolkt van zorgen en drukt van het besef dat...

Lees meer

Steekje los

Toen Jij mij weefde, God, in de schoot van mijn moeder, toen Jij mij riep, om samen schering en inslag te worden, lukte het Jou om Jouw Naam oersterk als een ragfijne gouden draad door mij heen te weven. In kluwens van onrust en angst brak het als een zijden draadje,...

Lees meer
Jij naast mij

Jij naast mij

Ik moet ze in de ogen kijken, die bij mij aan tafel zijn gezet, die Jij bij mij aan tafel hebt gezet. Niet zien wil ik ze, maar ze zwerven door mijn hoofd, dringen zich aan mij op als ongenode gasten. Zo gaat dat met belagers, ze liggen altijd wel ergens te loeren. Ze...

Lees meer

Een beetje minder, alstublieft?

Mag het een beetje minder, alstublieft, een beetje minder hard? Wat zachter en wat liever, alstublieft, met een vleugje humor? Een zweempje minder serieus, graag. Mag het, alstublieft? Mag het een beetje wijzer, een beetje milder, alstublieft? Mag het wat eerlijker en...

Lees meer

Waarom? – #Hearmetoo

Waarom is het zo ijzig stil van Jouw kant, waarom hoor ik niets meer? Waarom merk ik Jou niet op, waarom word ik Jou nergens gewaar? Waarom in het geweld, geen ontwapening van wie zich aan mij vergrijpen, van wie zich scharen om mij heen en verafschuwen, alles wat ik...

Lees meer

‘…als ik de ruimte van de poĆ«zie binnenstap, voel ik de grootste vrijheid om uit te drukken wat aan de rand van mijn zwijgen in taal te vinden is. Vaak ademen de gedichten verlangen naar de Eeuwige, die ik Jou noem. Ik nader en het ontglipt.’

Janneke