Zware lentedagen

1 mei 2020 | 1 reactie

Zodra april voorbij is,
voel ik de dagen zwaarder worden.
Bomen, struiken, staan vol in bloei,
de berm weert zich kranig in geel en wit.
Nog net te koud voor met-zonder-jas,
terwijl de diepe schaduw van 4 mei
al over mij heen valt.

In de vroege ochtend op de eerste mei
kondigt het gedenken zich aan:
Dag van de Arbeid, of voor een kind
uit de grensstreek: Duitse zondag
in het dorp, waar in mijn eerste levensjaren
de textielindustrie definitief instortte.

Direct om de hoek van het huis,
tuindorp Scholtenenk, met in de stegen
de geur van Komrij, (en biecht: stiekem roken),
socialistisch atheïsme. Tussen scholen
A, B en C, die ‘met de bijbel’, waar ik op zat,
In de hoge gang, het duistere
jeugdwerk van Mondriaan – in
mijn klas een nazaat van tante Riek,
verzetsvrouw in NSB-dorp.
Op straten RMS geschilderd,
vechtend om erkenning en recht.

Dit dorp, voor mij een plek om niet te blijven.
Achter mijn eigen coulissen,
verberg ik mijn verlangen om te vertrekken,
zucht ik naar lucht en ruimte om
me helemaal open te vouwen,
en mijn vleugels te laten drogen
in een milder licht.

De zware dagen van mei
zijn de dagen van gedenken,
dat ik in het leven werd geworpen
en liefdevol door mijn ouders werd opgevangen
op die plek waar de geschiedenis
nog altijd onvoltooid in de lucht hangt.

Zware dagen van mei, dit jaar in het bijzonder
omdat ik op die eerste dag van mei, 25 jaar
geleden Kampen verliet, de grijze IJssel
achter me kon laten en eindelijk
de zon voelde en leerde spelen met Woord
en woorden.

Ik leerde woorden als zand door mijn vingers laten glippen,
er een berg van maken, en een luchtkasteel,
met erom heen gedichtjes als zandtaartjes met een takje erop.
Een beetje water erbij voor de stevigheid,
een beetje water ook voor mensen.
jong en oud, om in te dopen.

Ik leerde van brood en wijn het
mysterie van Christus aanwezigheid.
Golvende warmte door mij heen,
pure liefde overvloedig uitgeschonken.

Ik leerde van mensen, de levens
die ik nooit zou leven, maar waarin
ik even mocht delen, in ernstig luisteren
en opgelucht lachen, in danken
en smeekbidden.
Zij leerden me bidden wat en waar
ik niet durfde.

Zware dagen van gedenken, al
die jaren, dat ik ook iets meer
leerde over mezelf.

En over God?
Misschien een begin ervan,
van de liefde die eindeloos is,
de ruimte onpeilbaar
en mijn dwaasheid om te blijven geloven
en de moeite met overgave.
En toch…lukt het me niet
me af te wenden van dit genadig aangezicht.

Zware dagen van gedenken
van wie er niet meer zijn,
van wat geweest is…
van het gras en het kortstondig leven,
en de lofzang die ik neurie op de adem van de wind.

1 Reactie

  1. Henrieke

    Wat een mooi gedicht is dit, Janneke. Ontroerend.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *