Dichterbij gekomen, terwijl ik op zoek ben naar een bordje met toelichting, zie ik binnen de naam Wally, diep gegrift in de witte muur. Verder ontdek ik geen enkele aanwijzing. Hoe is deze naam ooit op die muur terecht gekomen en waar is Wally gebleven? vraag ik me af.

niet heel veel restanten meer te vinden van echte heidense tempels. Ze zijn versleten door gebrek aan belangstelling. De tijd, het weer, mensen hebben de tempels vervangen door kerken, of andere gebouwen om te gebruiken. De goden van toen zijn verdwenen, de namen van hun aanbidders, op een enkeling na, vervlogen.
Er is nooit een Wally geweest in dit verlaten gebouw, geen Wally-god, geen Wally-mens. Als een goede grap heeft hij zich verstopt in de massa’s, waar hij opduikt in de overvolle illustraties van zijn maker. Wie goed zoekt vindt hem zeker, in welke situatie Wally zich ook bevindt.

Wie een van de Wallyboeken leest, begint bij elke zoektocht met het vertrouwen, dat Wally, hoe dan ook te vinden is, hoe lang je ook zoeken moet.
Het is dit soort vertrouwen waarmee elke zoektocht begint naar een nieuwe vorm van kerk zijn. Het vertrouwen dat er gevonden gaat worden, omdat in ieder geval God allang ergens aanwezig is in de context waar mensen hun levens leven. Dat is vertrouwen hebben in de Missio Dei. Gods Geest is ons allang vooruit.
0 reacties