Een appeltaartje, –
opgewarmde punt met slagroom
en een chocolaatje –
Vork in de hand,
schraapt over het schoteltje.
Hap, slik, weg.
Schraap,
hap, slik, weg.
Schraap,
Slap gebak valt onderweg.
Schraap,
Hap, slik, weg.
Angst in de ogen,
vraagt om een kus,
– tranen – .
Schraap,
hap, slik, weg.
weg
0 reacties