Wat straal je toch mooi, je schittert!
Je sprankelt van top tot teen!
Had je dat ooit durven dromen,
durfde jij jezelf ooit zo te zien?
Je werd onderdrukt, ja, vernederd,
ongezien ging je jaren gebogen.
Niemand zag de schaduw waarin
jij werd verborgen, geen licht
viel op jouw geschonden gelaat.
Ternauwernood wist jij je ziel
te bewaren, toen jij onhoorbaar
om hulp riep, onzichtbaar jouw
handen omhoog hief.
Dwars door het kwade daglicht
daalde Haar engel, Zijn gabber
en streek rustig in jou neer.
Nu straal je als licht uit de hemel,
je sprankelt van top tot teen!
(Antwoord bij Psalm 34, in de vertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde.)
0 reacties