Op kousenvoeten

5 juni 2018 | 0 Reacties

Kousenvoeten

Gespannen houd ik mijn adem in. Maar hoe werkt dat dan met geloven? Vraagt de deelnemer. In haar vraag klinkt bijna iets wanhopigs mee. Ze wil het zo graag begrijpen. Bijna letterlijk, als iets dat grijpbaar is, als een ding dat voor haar ligt en ze alleen nog maar hoeft op te pakken. Dan is het ook van haar. Ze krijgt uit de groep verschillende antwoorden. Ik zou niet zonder kunnen, zegt iemand. God is onzichtbaar maar heel dichtbij.

Heilige grond
Ik luister aandachtig naar wat ik hoor en probeer de vraag en de antwoorden te peilen. Hier gebeurt wat ik wil noemen heilige grond. De zoektocht van de vragensteller is heilige grond, zoals Mozes dat ervaart bij de braamstruik. (Lees maar eens Exodus 3: 1 – 6.) Mozes wordt gemaand om afstand te houden en zijn sandalen uit te doen. Met de grootst mogelijke zorg mag hij naderen (de blote voeten), maar er moet ook afstand gehouden worden. Uit zichzelf bedekt hij zelfs zijn gezicht. Hij durft God niet te zien.

Naderen
In contextueel pastoraat is ‘heilige grond’ een bekend begrip. Startpunt is dat wij een ander niet kennen. Hoe wij haar ook naderen, wij kennen de ander niet. Als pastor moet je op afstand blijven. In missionaire ontmoetingen zoals hierboven beschreven geldt dit, wat mij betreft ook. De zoeker, die soms al een klein beetje gevonden heeft, – of zo je wilt gevonden is – stelt zich benaderbaar op. Het is het moment waarop ik mijn oren ga spitsen. Was mijn luisteren daarvoor nog het horen van woorden, nu ben ik wakker. Er staat mij wat te doen. Het moment dat iemand door het stellen van vragen, of door een enkele opmerking iets oplicht van haar zoektocht, waarschuwt mij om niet te dichtbij te komen.

Overtreden
Ook ik wil niet dat iemand treedt in het geheim dat zich afspeelt tussen mij en de Eeuwige. Dat wil niet zeggen dat ik mij daar niet over uit. Voorzichtig zoekend uit ik mij. Het is dan niet prettig dat de luisteraar mijn woorden lijkt af te pakken, of naar zijn hand zet.
Ik bedoel daarmee dat er interpretaties worden gegeven aan mijn woorden, die zonder te vragen worden geclaimd als waar. Het labelen van wat ik gedeeld heb, met woorden die niet aansluiten bij mijn geloofstaal, ervaar ik eveneens als binnendringen in mijn heilige grond. Een derde ‘overtreding’ doet zich voor als de luisteraar twijfelt aan mijn geloof, of mijn geloofsinhoud.
In gesprekken met zoekers merk ik dat zij regelmatig dit soort overtredingen meemaken. Dit doet pijn en schept verwarring. De zoeker heeft nog maar weinig houvast aan wat zij  ontdekt heeft. Het is nog nieuw en soms wat wankelend. Het ontbreken van een geloofsgemeenschap waar het veilig is om je uit te spreken geeft onzekerheid over wat in het verborgene door de zoeker in een innerlijke dialoog ontdekt is.

Mysterie bewaren
Missionair werk is uiteindelijk dit, dat wij als werkers heilige grond mogen naderen. Heilig is de grond, omdat de Geest allang in gesprek is met de geest. In de zoekende mens voltrekt zich iets van het goddelijk mysterie, dat zich niet laat vangen in adequate taal, niet door de zoeker en al zeker niet door de missionair werker. Het feit dat de zoeker iets laat zien, horen, merken van deze zoektocht zegt iets over het vertrouwen dat gegroeid is tussen de werker en de zoeker. Dit is kostbaar en breekbaar. Als werker zal ik innerlijk mijn schoenen uit doen en niet eerder dichterbij komen, dan als ik daarvoor uitgenodigd wordt.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *