Eindelijk is hij er, de Bijbel in Gewone Taal! Al voor hij verscheen uitgebreid onderwerp van discussie, zeker onder de professionele bijbelgebruikers, zoals dominees. Ook ik behoor tot die groep, en ook ik moest wennen aan de gedachte. De Nieuwe Bijbel Vertaling, die er nog maar kort is, vind ik al zo toegankelijk. Elke keer word ik er blij van, omdat het gemakkelijk weg leest.
De kerkgangers, aan wie ik het meest voorlees uit de bijbel, hebben het denk ik een stuk gemakkelijker gekregen, dat moet toch genoeg zijn, ook voor het lezen thuis, was mijn eerste gedachte.
Maar hoe is het met mijzelf gegaan? De vertaling die ik hoorde als kind en puber, was die van 1951 en in huis, lazen wij Groot Nieuws. Die laatste vertaling was geweldig, er zaten zelfs plaatjes in!
In mijn studietijd leerde ik Grieks voor het Nieuwe Testament en Hebreeuws voor het Oude Testament. Prachtige talen, waardoor je helemaal diep en boven op de huid van de teksten kwam te zitten. In onverbloemde taal komen bij het vertalen de teksten tot leven. Vaak valt op, hoe direct het taalgebruik is, niet mooier en vromer, dan er vaak door vertalingen van wordt gemaakt.
Dat plezier in Bijbellezen ontdekte ik ook weer toen ik voor het eerst het evangelie van Lucas in het Achterhoeks las. Hoewel ik het niet echt goed kan spreken, met alle prachtige uitdrukkingen, is het de taal van mijn jeugd. Als Jezus een keer boos wordt staat er: ‘Hee wod’n onmundig hellig!
Dat is taal, waarvan ik de betekenis direct begrijp en die binnenkomt.
De bijbel in streektaal heeft dat effect op mensen. Die taal is niet chique en zondags, maar wel door de weeks en treft recht in het hart.
Dat is waar ik op hoop dat de Bijbel in Gewone Taal ook gaat brengen. Nu ik hem in handen heb, sta ik te popelen om hem te gaan lezen. In mijn studententijd heb ik een keer de bijbel van kaft tot kaft gelezen, Ik ben toe aan een herhaling, maar dan in gewone mensentaal.
Van kaft tot kaft.
Dat kost wel een weekje, dag en nacht.
Vraag een weekje vrij met als motief:
een vracht aan inspiratie!