Om de hoek woont de dood

4 augustus 2016 | 1 reactie

Soms denk ik wel eens dat de dood bij mij om de hoek woont. Gewoon heel dichtbij. Er zijn jaren geweest waarin ik bang was voor deze nabijheid. Soms voelde ik de aandrang, dat ik er heen wilde. Als puber en jongvolwassene was dat gevoel heel sterk, maar langzamerhand werd het minder.
Ik denk vaak aan de dood, bijvoorbeeld als ik onderweg ben in de auto en de één na de andere auto raast aan mij voorbij. Soms komen ze langs, de jonge doden, die allemaal ongeveer zo oud waren als ik. De één koos er voor, de ander verongelukte, nog een ander werd plotseling ernstig ziek. De oude doden laten me meer met rust.

Spelen tussen de graven

De gerestaureerde begraafplaats

Vandaag was ik terug in het dorp van mijn jeugd en in het huis waarin ik opgroeide, tegenover de verlaten begraafplaats met het grote, hoge hek. Een stevige beukenhaag zorgde ervoor dat niemand er meer naar binnen kon, tenzij je kind was. Kinderen vinden altijd een zwakke plek in wat volwassenen als verboden gebied beschouwen. De kinderen uit de buurt slopen door het hoge gras, dat maar af en toe gemaaid werd en wij klommen op de graven in de donkere koele schaduw van de hoge bomen. Wij fantaseerden hoe in het doodgravershuisje de botten lagen opgestapeld en geesten ons eens zouden betrappen. De begraafplaats waar niemand meer kwam om te rouwen, was mijn speelplek, de mooiste in de buurt.

De dood is dichtbij
De dood is altijd dichtbij geweest. Tegenover het huis van mijn jeugd is de begraafplaats een park geworden en het doodgravershuisje opgeknapt. Je kunt er nu rustig wandelen, maar kinderen zie je er niet. Er wordt niet meer gespeeld. De dood is verhuisd naar de rand van het dorp.
In dat dorp woon ik al heel lang niet meer. Toch is de dood altijd dichtbij gebleven. Inmiddels ongevaarlijk, om de hoek van de straat. Na zoveel jaren van spelen, vechten en worstelen, hoop ik dat het zo blijft. Ik wacht wel af, wanneer hij verkiest bij mij op bezoek te komen. Ik laat hem met een gerust hart links liggen.

1 Reactie

  1. loes hogeweg

    Lieve Janneke, ik voel het soms ook. Ik woonde jaren naast de begraafplaats. Ik was in verwachting van mijn oudste en het was een hele warme zomer. De ochtnevel hing nog over de graven als ik mijn fiets uit de schuur haalde. Huiverend stapte ik snel op en verwenste de dood. Vaak kwam ik hem tegen. Nee beter gezegd, hij haalde de mensen om mij heen snel weg. Een ongeluk, twee keer een hartstilstand en toen lag de de dood weer op de loer. Mijn schoonzoon had kanker en was terminaal. Wekenlang was de dood aanwezig, maar hij lier Jan nog bij ons. Maar steeds was Jan wat meer wwg…zo leerde ik omgaan met de dood. De dood neemt slechts het lichaam mee. De ziel krijgt rust en gaat naar God. Het was zo mooi. Jan ging steeds wat meer naar God. Vlak voor hij over zijn lijden heen was zei Jan opeens " Zie je al die kleuren daar?" Het was dus niet eng en donker… Het waren zijn laatste woorden…zijn ziel kreeg rust bj God en voor Hein bleef slechts het uitgeteerde lichaam achter.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *