Soms ben ik als slingers,
die vrolijk dansen in de wind,
kleurrijk en onbekommerd
als het huppelende kind, die
ik nog ken van eerder.
Maar vandaag
zwiert geen letter me te binnen
laat staan de zin, die
altijd popelt te beginnen.
Ik ben een steen zo stil,
– onuitgesproken beelden –
waarover regen valt,
als over vloeipapieren huid,
de tranen.
0 reacties