De dag komt, dat jullie, machthebbers,
je huizen uit gesleurd worden,
om de leugens die mensen breken.
Mensen die jullie geen plek
van rust en veiligheid gunnen,
door jullie giftige verdachtmakingen.
God,
mij is al zoveel goedheid
en overvloed geschonken,
beschamende rijkdom en voorrechten.
Hoe zal ik mijn welzijn bezingen als
de opgejaagden geen recht is gedaan?
Plant hen als groene olijfbomen
in jouw weelderige tuin,
terwijl de machtigen er schoffelen
zodat zij zich buigen voor hen.
Dan zal ik zingen met de vogels,
een loflied op Jou zonder einde.
(Antwoord bij Psalm 52, in de vertaling van Ida Gerthardt en Marie van der Zeyde)
0 reacties