Hij heeft alles bij zich om het uit te houden in de woestijn. Daar waar geen water en voedsel is kan de kameel met grote snelheid en draagkracht zich voortbewegen en op zijn bestemming komen. De wonderlijke voorraadkamers met opgespaard vet, draagt hij met zich mee. Je kunt altijd aan hem zien, of hij nog voldoende bij zich heeft om een verre, barre tocht te maken.
Nu ik ziek ben vraag ik me af, of ik zelf wel genoeg opgespaard heb, om het in deze woestijntijd uit te houden. Ligt er genoeg op voorraad van flarden van bijbelverhalen, beelden uit de traditie en ingesleten gewoontes om me te helpen bij de vragen die ik heb. Lukt het me nog te merken dat er inspiratie stroomt, al zijn het maar druppels als uit een lekkende kraan?
Of werkt het zo helemaal niet. Kun je geloof niet sparen voor later, als een appeltje voor de dorst?
zomaar een gedachte: geloof leef je toch met je hele hebben en houden…. dag in dag uit….sparen komt daar niet bij voor…
Hoewel: door intensief geloof te leven en, te twijfelen, te ontdekken, en getroost te worden bouw je enorm veel momenten en herinneringen , bijzondere ontmoetingen en herkenning van Gods grootheid en Waarheid op. Op de een of andere manier zijn dat de vetbulten van die kameel die de bodem onder je bestaan blijken te zijn en zorgdragen voor het kunnen overleven. Het zieke, twijfelende lijf leert anders kijken en voelen….. Die armzalige druppels uit die lekkende kraan van nu worden dan ervaren als kleine cadeautjes die het leven licht blijven geven.
Wat een waardevolle ‘zomaar-gedachte’, die je hier deelt. Je geeft zo goed aan dat er in de tijden van stilte en droogte, gelukkig toch iets door blijft sijpelen van wat op andere dagen zo vol aanwezig is.