Wat zal de schrijver nu weer van mij, Maria, maken? vraag ik me af. Wat is dat toch dat iedereen wel een idee heeft, hoe ik voor het karretje gespannen kan worden van onhaalbare idealen. Ze hebben me gemaakt tot een wezen die alles mag voelen aan compassie voor een ander, oermoeder voor ieder mens, maar zelf word ik geacht geen gevoelens te hebben. In ieder geval moet ik ver blijven van chagrijn, boosheid en zeker van lichamelijk genot. Het is toch te erg hoe ik er ook nu weer uitzie, als een wit bleek vroom meisje met haar gevouwen handen. Wanneer wordt nu eens mijn ware gezicht getoond?
Het is tijd om op te ruimen in mijn zielenhuis. Sinds ik ziek ben, ontdek ik overbodig geworden en belastende idealen, die er om vragen om de deur uit gewerkt te worden. Zoals ik Maria van de ‘altijddurende bijstand’ koester, blijk ik ook zelf graag die altijddurende bijstand te geven. Dit is zo’n ideaal, waar ik steeds meer van merk, dat ik die niet waar kan maken en die me dwars zit. Het heeft zijn beste tijd gehad. Tussen de middag en zeker na acht uur avonds moet ik mijn loket voor bijstand sluiten voor mijn lieve huisgenoten. Dan is de energie op.
Tijd dus om op te ruimen en wie weet ontdek ik onder al die overbodige idealen iets anders, iets meer passend bij mij, voor nu.
hoe fijntjes en helder….je weet mij steeds te raken.
Dank je wel, Christine!